Pagina's

woensdag 30 maart 2016

PITCH

Binnen het Montessori onderwijs neemt vrijheid een belangrijke plek in binnen het curriculum. In het motto staat: "help mij het zelf te doen, leer mij het zelf te doen, laat mij het zelf doen". Kinderen krijgen de ruimte om zelf tot ontwikkeling te komen en worden gezien als mede-regisseurs van het eigen leerproces.
Voorwaarde om kinderen zich in vrijheid te laten ontwikkelen is het hebben van vertrouwen in het kind en het hebben van een goede kennisbasis over de ontwikkeling van een kind.
In de analyse van het curriculum wordt de vrijheid van de leerling veelvuldig genoemd. De leerling heeft een vrijheid in de keuze van het werk, het tempo, niveau en beweging. De docent heeft een coachende en begeleidende rol. Binnen de leeractiviteiten is de vrije werkkeuze bepalend, er wordt niet gewerkt vanuit een vaste methodiek. Bij de leerdoelen wordt het ontwikkelen van metacognitie en het leren leren naast de cognitieve leerdoelen genoemd.

Binnen Montessorischool de Elzen staat de leerling centraal. Er werken leerkrachten die gespecialiseerd zijn in het werken volgens de Montessori principes. Noodzakelijk bij het leren in vrijheid is een structuur waarin het kind wordt gezien en die hem richting geeft. Deze structuur is de ontwikkelingskans die uitgangspunt gaat vormen voor mijn herontwerp.
In mijn herontwerp neem ik het domein rekenen als uitgangspunt. Om de leerling vrijheid in werkkeuze, niveau en tempo te kunnen bieden hebben we een methodiek ontwikkeld die "Ik-doelen" als uitgangspunt neemt. De leerling krijgt door middel van ik-doelen inzicht in leerstof en leerdoelen en maakt daar een keuze uit. Middels meetmomenten wordt de voortgang van de leerling in beeld gebracht.

Binnen de school zijn een rijkheid aan bronnen voor de leerkracht en materialen voor de leerling aanwezig om tot rekenwiskundige ontwikkeling te komen.
Uit gesprekken met leerkrachten komt naar voren dat deze rijkheid en vrijheid leiden tot de ervaring dat 20% van de structuur rondom het rekenen vastligt en men 80% zelf bepaald. Bij bezoeken aan klassen blijkt de vrijheid en het rekenonderwijs verschillend te worden ingevuld. Het gemis aan duidelijke structuur geeft dat leerkrachten meer behoefte krijgen aan controle en de vrijheid van de leerlingen indammen. De rol van de leerkracht wordt meer sturend en de assessment vorm wordt summatief ingezet.
In mijn doelbepaling breng ik in kaart water nodig is om kinderen in vrijheid (autonoom, zelfgereguleerd) te laten leren en ontwikkelen.
Ik richt me op de kennis, vaardigheden en attitudes van de leerkracht om tot een trapmodel te komen waarin de vrijheid (autonomie en zelfregulatie) ontwikkeld wordt en nadrukkelijker aanwezig is in het primair proces van de leerling.
Om de ontwikkeling van een leerling beter in beeld te brengen heb ik het 4v-model ontwikkeld.
  • Verwerving
  • Verwerking
  • Vervulling
  • Verweving
Deze 4 fases zijn gebaseerd op de ontwikkelingsstappen die het kind neemt binnen de rekenwiskundige ontwikkeling. Iedere fase heeft eigen aspecten die van belang zijn voor een goede ontwikkeling. Kennis van deze aspecten is van groot belang voor de leerkracht die daar zijn begeleiding van de leerling op moet baseren. De invulling van deze aspecten moet voor iedere leerkracht helder en eenduidig zijn. Kennis van deze aspecten geeft helderheid en structuur in het handelen van de leerkracht.

Inzicht in de ontwikkelingsfases geeft ruimte aan andere vormen van assessment naast een summatief meetmoment en helpt de leerkracht zicht te krijgen op de zone van naaste ontwikkeling van de specifieke leerling en het bepalen van de juiste begeleiding voor die leerling.
En dan kan de leerkracht de leerling die begeleiding / coaching gaan geven die het nodig heeft om zich in vrijheid (autonoom en zelfgereguleerd) te ontwikkelen. Daarmee de kans krijgend ook metacognitie op te bouwen en vaardigheden te ontwikkelen die life-long-learning ondersteunen.











 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten